Donorgeneeskunde
Donorgeneeskunde
Tijdens de opleiding word je breed voorbereid op je rol in het werkveld. Om differentiatie en kruisbestuiving van kennis te bewerkstelligen, maken een wisselend aantal stages onderdeel uit van de profielopleiding. Als aios neem je zelf leiding over je opleiding en dat geldt dus ook voor het regelen van de stages. Het Stagebureau zal de aios hierbij helpen.
Het stageproces kent 5 stappen:
1. Voorlichting
Tijdens de startmodule voor de profielopleiding wordt er een voorlichtingspresentatie gehouden door het Stagebureau waarin het stageproces uitgebreid wordt besproken. Inhoudelijke vragen over de stages kunnen worden besproken met de instituutsopleider. De stage kaders en algemene leerdoelen vind je onderaan deze pagina.
2. Voorbereiding
Voor een goede coördinatie van het stageproces is het Stagebureau afhankelijk van up-to-date informatie over het opleidingsschema van de aios. Dit opleidingsschema kan je vinden in MijnNSPOH onder de tab Opleidingsgegevens. Je bent zelf verantwoordelijk voor het invullen van het opleidingsschema. Het is belangrijk om wijzigingen hierin zo snel mogelijk te bespreken met jouw instituutsopleider, door te geven aan het Stagebureau via planningmg@nspoh.nl en door te voeren in MijnRGS. Zorg er bijvoorbeeld voor dat je de stage instelling en stagebegeleider (bignummer + emailadres) tijdig aan het Stagebureau laat weten. Het Stagebureau zal ervoor zorgen dat dit in jouw opleidingsschema wordt verwerk en zal erkenning aanvragen bij de RGS zodat je het daar kan invoeren.
3. Werving en matching
Per profielopleiding en per stage ziet deze stap er anders uit:
Aanpalend specialisme. De intentie van deze klinische stage is om de competenties te verwerven met betrekking tot de klinische aspecten van transplantatie, transfusie of de toediening van geneesmiddelen bereid uit lichaamsmateriaal. Inzicht in de verschillende aspecten vanaf de donor tot en met de uiteindelijke toediening zijn een belangrijk onderdeel van deze stage; de donorgeneeskunde is immers een vorm van ketenzorg. Onafhankelijk van het lichaamsmateriaal zijn donoraspecten, kwaliteit, verdeling en veiligheid van lichaamsmateriaal en de klinische toepassing altijd aan de orde. De klinische stage is een op maat gemaakte stage die de aios in overleg met de opleider maakt. Een voorbeeld voor de invulling kan zijn een stage in het kader van een niertransplantatie. In een dergelijke stage komen dan aan de orde; de indicatiestelling, het zoeken naar een match, de aspecten rondom de zorg voor de donor en patiënt betreffende de donatie en transplantatie, de nazorg en de vigilantie. Op gelijke wijze kan een stage worden uitgewerkt voor bijvoorbeeld een stamceltransplantatie, een corneatransplantatie of de toepassing van anti-COVID19.
De M+G Stage. Dit is een stage in een ander profiel van de opleidingen van Maatschappij + Gezondheid (bijvoorbeeld infectieziektebestrijding, beleidsafdeling, medisch adviseurs van zorgverzekeraars, ministerie van VWS of het RIVM). Op de Stage etalage vind je voorbeelden van goede stageplaatsen. Indien je in aanmerking wilt komen voor een stageplek via de Stage etalage, dan dien je jouw voorkeuren uiterlijk 4 maanden voorafgaand aan de stage kenbaar te maken op de website. 4 maanden voorafgaand aan de stage zal het Stagebureau de beschikbaarheid van de stageplekken bij de stage instellingen uitvragen. Uiteraard is het ook mogelijk om zelf een stageplaats te werven. Hiervoor heb je eerst goedkeuring nodig van de instituutsopleider, voordat je de stage instelling benadert. Goedkeuring dien je te vragen per mail aan de instituutsopleider met het Stagebureau (planningmg@nspoh.nl) in de cc.
Keuzestage. Het is de bedoeling dat je zelf de stageplaats werft. Afhankelijk van de voortgang in het behalen van de EPA’s van de donorarts kan de stage bij een opleidingsinstelling of op een stageplek plaatsvinden. Hiervoor heb je eerst goedkeuring nodig van de instituutsopleider, voordat je de stage instelling benadert. Goedkeuring dien jij te vragen per mail aan de instituutsopleider met het Stagebureau (planningmg@nspoh.nl) in de cc.
Stageplan
Als je definitief toegewezen bent aan een stage instelling bespreek je met de stagebegeleider een mogelijke invulling van je stageplan. Bij het opstellen van je stageplan betrek je ook je opleiders. Uiterlijk 4 weken voor de start van de stage dien je, ter goedkeuring, via MijnNSPOH je stageplan in bij je instituutsopleider.
4. Stageperiode en begeleiding
Tijdens de stage zorg je voor minimaal een gesprek waarbij de praktijkopleider of instituutsopleider ook aansluit (o.a. bespreking stageplan en doelen). Naast dit gesprek voer je minimaal 2 keer een evaluatiegesprek met de stagebegeleider. Na de stage laat je je stageverslag beoordelen door de stagebegeleider en praktijk- of instituutsopleider. De stagebeoordeling door de stagebegeleider wordt als bijlage toegevoegd en op MijnNSPOH gezet.
De instituutsopleider heeft een verantwoordelijkheid in het ondersteunen van jouw opleidingsproces, het monitoren van jouw competentiegroei en de kwaliteit. Dit gebeurt door:
- Tijdens het tripartietgesprek de invulling van de stages te bespreken.
- Uiterlijk 6 weken voor start van de stage al dan niet een goedkeuring te geven op je stageverzoek. Hierna kan je definitief de stage doorgeven aan de planning.
- Als de praktijkopleider niet betrokken is bij de stage deze rol over te nemen. De instituutsopleider is dan je aanspreekpunt tijdens de stage, is aanwezig bij een (start)gesprek met de stagebegeleider en is evt. de begeleider en beoordelaar van uitgevoerde praktijktoetsen.
- Na de stage het stageverslag waarderen.
Van de praktijkopleider worden een aantal zaken verwacht t.a.v. de stages:
- Begeleiding van jou in het opstellen van het stageplan voor de stage.
- aanwezigheid bij het gesprek met de stagebegeleider, waarbij het stageplan wordt besproken.
- De praktijkopleider kan ervoor kiezen om tijdens de stage betrokken te blijven, de rol van de instituutsopleider komt dan wat meer op afstand te staan.
De stagebegeleider heeft normaal geen rol in de opleiding en hierdoor zijn de verantwoordelijkheden vrij beperkt:
- Begeleidt jou gedurende 1 tot 2 uur per week.
- Voert minimaal drie gesprekken (startgesprek, evaluatie en eind gesprek)
- Werkt niet met MijnNSPOH en wordt zo nodig door de aios om een verzoek tot bijdrage gevraagd via MijnNSPOH (ontvangt dan een mail).
- Keurt je stageverslag goed en geeft de eindbeoordeling. De eindbeoordeling is een bijlage van je stageverslag en wordt op MijnNSPOH geplaatst.
- Kan eventueel een korte praktijkbeoordeling afnemen.
- Kan eventueel een PO beoordelen.
5. Evaluatie
Na de stage laat je je stageverslag beoordelen door begeleider en instituutsopleider. De stagebeoordeling door de stagebegeleider wordt aan stageverslag toegevoegd en op MijnNSPOH gezet.
Verdere uitgangspunten van de stages:
- De volgorde van stages omdraaien is mogelijk. Het naar voren halen van de keuzestage kan alleen als de competentieontwikkeling voldoende is en na akkoord van praktijkopleider en instituutsopleider.
- Als een stage instelling meerdere aspecten/profielen aan kan bieden is het bespreekbaar om 2 verschillende stages aan elkaar te verbinden waardoor een periode verlengd kan worden.
- Vervlechten van de stage met een praktijkopleidingsdeel is mogelijk. Dit kan als de competentieontwikkeling voldoende is of als de desbetreffende wetenschappelijke vereniging dit van meerwaarde vindt.
- LET OP: een eventuele buitenlandstage regelen kent een uitgebreide procedure (zie www.stageetalage.nl) en kost tijd (> half jaar).